Subsidie voor duurzaam regionaal voedsel

Geschreven door Redactie
Subsidie voor duurzaam regionaal voedsel

De provincie Noord-Holland gaat in 2022 700.000 euro inzetten voor het uitvoeren van de Voedselvisie.

De provincie wil subsidie verstrekken aan projecten waarbij partijen uit de voedselketen samenwerken en bijdragen aan een duurzamere landbouw en aan kortere ketens in het voedselsysteem.

Noord-Holland streeft naar een schone en veilige productie van gezond, betaalbaar en smaakvol voedsel voor iedereen. Dat betekent: gezonde verdienmodellen voor ondernemers, maar ook doen wat goed is voor mens en dier, het klimaat, bodem, water en biodiversiteit. In de Voedselvisie 2020-2030 staan kansen en uitdagingen om te komen tot zo’n een duurzaam voedselsysteem.

Steentje bijdragen

Om tot een duurzaam voedselsysteem te komen is het nodig dat alle partijen in de voedselketen een steentje bijdragen. Niet alleen de agrarische sector en de voedselverwerkers zijn aan zet, maar ook bijvoorbeeld de retail en detailhandel, consumenten en afvalverwerkers. De provincie wil dit stimuleren en een aantal projecten financieel ondersteunen met een subsidie.

Voorbeelden van mogelijke projecten zijn samenwerkingen tussen boeren en ketenpartijen die zorgen voor meer plantaardige teelten voor Noord-Hollandse consumenten, of het realiseren van meer afzet van Noord-Hollandse producten in de Noord-Hollandse supermarkten. Ook groepen boeren die samen willen leren hoe ze kringlopen kunnen sluiten of natuur-inclusief kunnen produceren, zijn welkom met hun aanvragen.  

Gedeputeerde landbouw Ilse Zaal: “Een provincie kan de transitie van het voedselsysteem niet alleen realiseren. Dat moet gebeuren door de partijen uit het hele voedselsysteem. Een financiële ondersteuning aan duurzame landbouw- en voedselprojecten kan daar bij helpen. Heel veel partijen hebben met ons meegedacht om de Voedselvisie vorm te geven. Nu is het tijd om samen projecten te gaan realiseren die het voedselsysteem meer in balans brengen met oog voor onze leefomgeving, het milieu en onze gezondheid.”