Nederland na 10 jaar voor Europees voorstel ‘Women on Company Boards’

Geschreven door Redactie
Nederland na 10 jaar voor Europees voorstel ‘Women on Company Boards’

Het kabinet wijzigt haar standpunt ten aanzien van het voorstel van de Europese Commissie om de onevenwichtigheid tussen vrouwen en mannen op de hoogste bestuursniveaus aan te pakken.

Dit voorstel, dat in 2012 is gedaan, werd door Nederland en verschillende andere landen lange tijd geblokkeerd. Het huidige kabinet wil een actief emancipatie- en antidiscriminatiebeleid voeren en staat pal voor de bescherming en de bevordering van de Europese waarden als gendergelijkheid. Dit richtlijnvoorstel is in lijn met deze ambitie. Daarom staat het kabinet nu positief tegenover het voorstel.
 
Het doel van de richtlijn is dat beursvennootschappen bereiken dat van de leden van raden van commissarissen ten minste 40% vrouw en ten minste 40% man is, of ten minste 33% van de raden van commissarissen én de raden van bestuur.
 
Ten tijden van de publicatie van het voorstel door de Europese Commissie waren het kabinet en het parlement van mening dat wetgeving op dergelijke onderwerpen op nationaal niveau moest worden gemaakt. Het huidige kabinet wil een actief emancipatie- en antidiscriminatiebeleid voeren en zet zich in voor de bescherming en de bevordering van de Europese waarden als gendergelijkheid. Daarnaast is het maatschappelijk draagvlak voor maatregelen op het gebied van diversiteit in besluitvormende posities aanzienlijk toegenomen en is in Nederland sinds dit jaar ook nationale wetgeving op dit onderwerp in werking getreden.

In 2012 heeft de Europese Commissie het richtlijnvoorstel gepubliceerd om meer gelijkheid in de top van bedrijven te bereiken. Sinds de publicatie is het voorstel geblokkeerd door een aantal lidstaten, waaronder Nederland. Daardoor heeft het voorstel tot 2017 stilgelegen. Onder Maltees EU-Voorzitterschap is, in 2017, geprobeerd de onderhandelingen vlot te trekken door een uitzonderingsclausule in het voorstel op te nemen. Deze clausule houdt in dat lidstaten zich niet hoeven te houden aan de richtlijn als zij al maatregelen hebben genomen die even effectief zijn als het voorstel van de Europese Commissie, of wanneer er in het land al voldoende vooruitgang is geboekt waardoor het voorstel niet meer bijdraagt aan meer gelijkheid in de top van bedrijven.
 
De uitzonderingsclausule in het voorstel zou ervoor kunnen zorgen dat Nederland haar eigen wet niet hoeft te veranderen. Het kabinet blijft natuurlijk wel verder kijken hoe zij kan blijven bijdragen aan meer gendergelijkheid en emancipatie.
 
Sinds 1 januari 2022 geldt in Nederland het zogenaamde Topvrouwenquotum. Deze nationale wet stuurt op een evenwichtige genderverdeling in de (sub-)top van bedrijven, met een breed pakket aan maatregelen. In de wet staat onder andere dat raden van commissarissen van beursgenoteerde bedrijven moeten bestaan uit ten minste een derde mannen en ten minste een derde vrouwen. Een benoeming die niet bijdraagt aan een evenwichtigere verhouding is nietig.